In nog geen vijf minuten betrok ons zonnige Brabant; het werd ineens donker. Wolken trokken in rap tempo voorbij en een hoosbui brak los. Felle bliksemschichten werden opgevolgd met knallen die deden vermoeden wat we in een oorlogsgebied terecht waren gekomen. Nog een kwartier later was het voorbij en gingen we (ik vermoed massaal) het internet checken om te achterhalen waar de bliksem was ingeslagen.
Een scenario dat in Nederland normaal is na een paar dagen zonneschijn. Ditzelfde scenario is voor een (ex?) kankerpatient bijna dagelijkse kost. Je geniet van het zonnetje, het leven; alles lijkt onder controle en dan ineens bats-boem is daar dat besef van een pijntje, kuchje, knobbeltje of ander teken van verminderde weerstand. Na de flits (de realisatie), volgt een bom-drop “Kaboem”. Sirenes en alarmlichten gaan af en wellicht is er zelf sprake van fysieke symptomen van stress (verhoogde hartslag, klamme handjes etc). De een zal zich langer inhouden dan de ander, maar uiteindelijk rennen we bijna allemaal naar de laptop om even te Googlen wat er mogelijk mis is. Als de adrenaline zakt en de ratio het weer overneemt volgt meestal het besef dat alles ok is; de kust is veilig.
De spanning en stress die sommigen van jullie even hebben ervaren tijdens de hevige onweersbui van zojuist, is bekende kost voor een kanker-‘survivor’. Hoewel ik onweer nog wel ‘leuk’ spannend vind, is de stress bij aanhoudende pijntjes minder leuk. Uiteindelijk zal de spanning minder worden zodra het vertrouwen weer toeneemt. De eerste donderslag is ook spannender dan de laatste.
Desalniettemin is het een turbulent leventje. Na regen komt zonneschijn. Bring it on!